“Ik ben de koning!” Vanuit de andere hoek klinkt het: “Nee, ik!” Trots zet het ene dametje een kroontje op haar hoofd. Een uitdagende ruzie ontstaat tussen twee vier-jarigen. Ze vechten om de kroon en de prinsessenschoentjes. Ongegeneerd steken ze de tong naar elkaar uit. Ik kijk naar het tv programma ‘Het geheime leven van 4-jarigen’ en verkneuter me over de kleuters. Met z’n achten zitten ze een dag in een school waar camera’s en microfoons alles registreren, volwassenen zijn meest buiten beeld. Samenwerken, positie bepalen, ruzie maken, terugtrekken, weer in verbinding gaan, samen spelen, samen delen, afscheid nemen: alles komt langs.
Als volwassene kan ik veel van hen leren. Wat zo mooi naar voren komt is dat het kind verbinding zoekt en recht wil doen aan de ander, maar ook aan zichzelf. Dat lukt niet altijd en dat geeft teleurstelling en boosheid. “Wij wouen allebei koning worden,” verzucht het meisje zonder kroontje. Even is het voor haar moeilijk als ze het gevoel heeft er niet bij te horen, maar de kleuters lossen het ontroerend goed op door opnieuw in contact te gaan. Ze komen tot verzoening door de schoentjes om de beurt aan te doen. Hierdoor komt er een nieuw begin en ontstaat een ander patroon: "Wij zijn gewoon nu vriendinnen gemaakt." Met een dikke knuffel nemen ze afscheid van elkaar. En het kroontje? Het kroontje ligt verloren op de grond...