Nee, ik ga niet uitgebreid schrijven over winterviolen. Ik gebruik ze als opstapje naar deze treffende uitspraak: ‘Je bent te mooi om je te laten inmetselen’. Winterviolen trotseren de kou, zelfs een pak sneeuw deert hen niet. Verbaasd zie ik hoe zij zich oprichten als de sneeuw is weggesmolten. Fier komen ze weer tevoorschijn, fierkracht;)
Tevoorschijn komen: dat is de link met de zin ‘Je bent te mooi om je te laten inmetselen’. Deze zin komt uit het boek ‘Wij hadden het leven lief’ van Janne IJmker. Daarin wordt een ontroerende vriendschap beschreven tussen het elfjarige boerenmeisje Riekie en de joodse gastarbeider Samuel. Elke dag loopt Samuel vanuit het concentratiekamp naar ‘zijn’ werk. Hij komt dan langs het huis van Riekie en elke vrijdag zit zij aan de kant van de weg klaar met een pannetje eten. Voor hem. Er ontstaat tussen beiden een genegenheid, een welkome weldaad in ieders omstandigheid. Wat ze gemeen hebben is een beknotte vrijheid, al is hun situatie heel verschillend. Samuel gevangen genomen door de Duitse bezetter en Riekie voelt zich thuis niet gezien. Wanneer Riekie tijdens zo’n vrijdagse ontmoeting erg bedrukt is en haar hart lucht, vertelt Samuel haar een verhaal uit de joodse overlevering:
'Er was eens een koning. Hij wilde een nieuwe stad bouwen en had daarvoor een plek gevonden. Hij vroeg aan zijn astrologen of het een goede plek was. Zij keken in de sterren en zeiden: “Ja koning. Alleen als u wilt dat de nieuwe stad geluk brengt, dan moet u een kind, dat door de moeder vrijwillig is gegeven, levend laten inmetselen.” De koning moest lang wachten. Toch kwam er uiteindelijk een moeder die haar zoon, van tien jaar oud, wilde afstaan. Voordat de jongen werd ingemetseld, vroeg hij aan de koning: “Mag ik uw astrologen een raadsel opgeven? Als ze het goed kunnen oplossen, zegt dat iets over hun wijsheid en hebben ze de sterren goed gelezen. Zo niet, dan hebben zij zich vergist.” De koning vond het goed. De jongen vroeg: “Wat is het lichtst, wat is het zoetst en wat is het hardst in de wereld?” De wijze mannen dachten diep na en kwamen met dit antwoord: “Het lichtst is een veertje, het zoetst is honing en het hardst is een steen.” Maar de jongen zei: ‘Dat kan iedereen bedenken. Nee, het lichtst in de wereld is een kind op de armen van de moeder. Het zoetst is de melk van de moeder die het kind mag drinken. En het hardst is dat een moeder haar kind levend moet inmetselen.” De koning stond paf en de astrologen gaven toe dat de jongen gelijk had. De koning zag af van het laten inmetselen van een kind. Zo redde de jongen zijn leven.’ Dan pakt Samuel Riekie bij de hand en zegt: ‘Je bent te mooi om je te laten inmetselen, doe er wat aan.’ Deze ontwapenende woorden zetten Riekie in beweging en in plaats van te wachten tot ze gezien wordt, komt ze zelf tevoorschijn met de verlangens van haar hart.
Soms smelt een situatie weg, waardoor ik als vanzelf tevoorschijn kom. Zoals de winterviolen na een sneeuwperiode. Vaak gaat het niet vanzelf, dan zal ik zelf moeten opstaan om een cirkel te doorbreken. Opstaan om te zorgen dat ik niet word ingemetseld. Ons leven is niet bedoeld om te worden opgesloten, maar om open te gaan en open te bloeien.