Uit de vorige blog bleek dat het pimpelmeesje thuis komt door uit het nest te vliegen om zó zijn bestemming te bereiken. Hoe gaat dat bij ons mensen? Thuiskomen beleef ik op verschillende manieren en op verschillende terreinen. Op geestelijk gebied kom ik thuis bij God omdat Hij mij in Jezus de hand biedt, grond onder de voeten geeft en vrede in mijn hart.
Op materieel gebied is het leuk om de ander en mezelf een thuisgevoel te geven. En ik ben niet de enige… In onze nieuwe woonplaats Ermelo wordt via verschillende spandoeken me toegeroepen: ‘Thuis in Ermelo!' Wat wordt daar mee bedoeld? Ongetwijfeld dat ik me op mijn gemak voel in dit dorp. Er wordt geprobeerd een link te leggen met mijn gevoel van welbevinden. Maar stel dat ik met mijn ziel onder de arm loop? Stel dat ik me van binnen ontheemd voel, zou zo’n welkom in een topografische plek dan aanslaan? Best wel een typerende uitdrukking bedenk ik nu: ‘met je ziel onder de arm’. Dat klinkt als: mijn ziel zit niet ín mij, maar búiten me. Vrij vertaald: mijn bezieling is weg, ik ben mezelf kwijtgeraakt. Kan dat dan? Ja dat kan.
Op psychisch gebied kan een mens vervreemd zijn van zichzelf. Niet meer thuis zijn in zijn eigen hart. Hij heeft dan de voeling met zijn eigen ik en met zijn diepste verlangens verloren. Wat kan het een zoektocht zijn om weer in je eigen hart thuis te komen, om bezield te raken. Een ieder zoekt bezieling op zijn eigen wijze, met of zonder hulp.
Daniel Schreiber stelt in zijn boek ‘Thuis’ dat het een zoektocht naar geborgenheid is. Als die geborgenheid er is, maakt het niet uit waar je bent. Dan kun je je overal thuis voelen. Hij zwierf over de wereld, maar voelde zich nergens thuis, totdat hij de verantwoordelijkheid voor zijn leven nam. Dat betekende voor hem zijn scherven verzamelen en samenvoegen tot iets nieuws. Zijn conclusie is: ‘waar het op aan komt is veeleer dát je wortel schiet en minder wáar je wortel schiet’.
Binnen praktijk 'Veerkracht' zoeken we naar die bezieling en zie ik mensen thuiskomen. Hoe mooi!